1. Schroeven op de algemeen bekend als de tanden van de grote naam van de draad; schroeven met schroefdraad aan de kant van de schroef; voor het gebruik van schroevendraaiers of sleutels om de schroeven te draaien om de grote kop voor de schroeven (schroeven) vast te draaien of los te maken; voor gebruik in combinatie met de machineschroeven, het midden van het gat voorzien van schroefdraad, de schroeven aan de oostzijde worden ingeschroefd, de zogenaamde schroefdop (moer). Het gebruik van houtschroeven (meestal gebruikt bij houtbewerking, draadafstand is groot, met een punt), zelftappende schroeven (meestal gebruikt om hout, plastic of metalen platen enz. te verbinden) zijn niet nodig om de moer te gebruiken.
2. Schroeven op de algemeen bekend als de tanden van de grote naam van de draad; schroeven met schroefdraad aan de kant van de schroef; voor het gebruik van schroevendraaiers of sleutels om de schroeven te draaien om de grote kop voor de schroeven (schroeven) vast te draaien of los te maken; voor gebruik met de machineschroeven.